Kies in een paar simpele stappen de juiste band

Editorial team|4 minuten lezen

Er worden verschillende aanduidingen gebruikt om de maat van een band aan te geven. Dat maakt het bestellen van een nieuwe binnen- of buitenband soms lastig. Hoe kies je de juiste band en wat betekenen de verschillende aanduidingen? Volg onderstaand stappenplan.


Stap 1. Herken de aanduidingen

Er zijn verschillende aanduidingen in omloop om bandenmaten aan te geven. Waarbij er vroeger vooral gebruik gemaakt werd van inch-maten, is een combinatie van inches en millimeters tegenwoordig gebruikelijker. De verschillende aanduidingen worden echter door elkaar gebruikt, afhankelijk van de toepassing en het bandenmerk. Hieronder lichten we de meest voorkomende aanduidingen kort toe aan de hand van wat voorbeelden.

16.9 R34

In dit voorbeeld geldt dat ‘16.9’ staat voor de breedte, aangeduid in inches. De ‘R’ staat voor radiaal, ofwel: de karkasopbouw van de band is radiaal (koorden lopen haaks op de looprichting van de band). Bij diagonaalbanden (koorden lopen schuin over elkaar) wordt geen melding gemaakt van “R”. ’34’ staat voor de grootte van de diameter van de velg. Deze afmeting wordt altijd aangegeven in inches.

De bandhoogte in deze aanduiding is normaal gesproken 85% van de breedte. In dit voorbeeld: 85% van 16.9 inch = 365mm.

340/85 R24

Bij deze aanduiding wordt gebruik gemaakt van millimeters. 340 is de breedte van de band in mm en ‘85’ staat voor de hoogte van de band (wanghoogte). Ofwel: 85% van de breedte van de band. Bij dit voorbeeld geldt dat de wanghoogte 290 mm is (340 x 0,85). De wanghoogte wordt altijd in procenten van de breedte aangeduid.

12 – 16,5

Hierbij wordt de maat van de band in inches uitgedrukt. De breedte van de band is 12 inch wat overeenkomt met 305mm. De velgdiameter is 16,5 inch. Het koppelteken geeft aan dat het om een diagonaalband gaat.

16 x 4

In deze maatvoering wordt alleen de diameter en breedte van de band aangegeven. In dit geval is de diameter 16 inch = 400mm en de breedte 4 inch = 100mm.

31 x 15.5 – 15

Dit laatste voorbeeld is nagenoeg gelijk aan het vorige. Hier wordt echter ook de diameter van de velg aangegeven en het koppelteken geeft aan dat het diagonaalband betreft. De maat van de band in dit voorbeeld is 31x25,4 = 790mm diameter. De breedte is 15,5x25,4 = 395mm en de velg is 15 inch. In de mm-maataanduiding zou dit een 395/50-15 band zijn.

Toelichting benamingen band
De meest voorkomende aanduidingen

Stap 2. Gewenste bandencombinatie

Het kiezen van de juiste binnenband is lastig omdat deze keuze niet helemaal gebonden is aan de maat van de buitenband. Een binnenband is vaak voor meerdere buitenbanden te gebruiken. Hij is namelijk flexibel, omdat je hem verder of juist minder ver kan oppompen. Zorg ervoor dat een binnenband niet een te groot formaat heeft, want hierdoor ontstaan plooien in de binnenband en daardoor rare hobbels in de bandencombinatie.

Bijvoorbeeld, bij de 650166ST34 band 6.50 - 16 past een 60016TR15 binnenband 6.00 - 16.


Het doel van een ventiel

Naast de bovengenoemde twee stappen die je de weg wijzen om tot de juiste bandencombinatie te komen, is het ook goed te weten dat er ook verschillende ventielen zijn.

Een ventiel van een band gebruik je om de band op te pompen en hiermee op de juiste bandenspanning te brengen. Er zijn haaks, rechte en tubeless ventielen.

  • Haakse ventielen worden gebruikt als er weinig ruimte is om de band op te pompen. Door de haakse hoek kan je makkelijk bij het ventiel komen.
  • Rechte ventielen komen het meeste voor. Een recht ventiel staat ook altijd iets schuin op de band zodat het eenvoudiger is om hem te gebruiken.
  • Ook zijn er tubeless ventielen. Deze worden toegepast bij buitenbanden zonder binnenband.

De maatvoering van het ventiel geeft aan hoe groot de opening is. Zo heeft een TR13 ventiel een kleinere velggatdiameter dan een TR218A ventiel.

Ventielen worden altijd afgesloten met een ventieldopje. Mocht je deze kwijtraken, dan is het verstandig om deze te vervangen. Een ventieldopje zorgt ervoor dat er geen vuil in het ventiel komt.

Wat is het juiste banden profiel 

Buitenbanden staan in direct contact met de ondergrond. Het profiel vind je op het loopvlak en de schouder van een band. De profielen zijn opgebouwd uit een aantal verschillende patronen. Het profiel bepaalt het toepassingsgebied. Wat dus het juiste profiel is, is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Dit hangt af van de toepassing.

Daarnaast is de ronding van de schouder belangrijk. Deze kan ronder of meer haaks zijn. Een rondere schouder zorgt voor minder insporing t.o.v. een haakse schouder. Een voorbeeld; de banden van een grasmaaier hebben een rondere schouder nodig zodat er geen spoorvorming in het grasveld komt. Maar een tractor die het land op moet om de oogst binnen te halen, heeft een haaksere schouder nodig om zo grip te krijgen. De hiel van de band moet altijd goed aansluiten op de velg. Zeker bij tubeless banden is dit erg belangrijk.


1= ventiel 2= hiel 3= zijwand/wang 4= binnenband 5= schouder 6= loopvlak/profiel


Heb je nog vragen?

Wil je meer weten over de verschillende typen banden en bandenmaten? Neem dan contact op met onze productspecialist, vind een Kramp dealer bij jou in de buurt of met ons via knowledgecenter@kramp.com. We helpen je graag verder!

Deel op
Editorial team

Dit artikel is geschreven door

Editorial teamknowledgecenter@kramp.com