Vingerwieder - met de juiste instellingen behaal je de beste resultaten
Vingerwieders zijn de kleine helpers in de landbouw. Ze zijn zowel geschikt voor rijenculturen als bijzondere gewassen en halen het onkruid weg waar metalen scharen niet bij kunnen.
Plastic vingers maken de grond los en verwijderen zo vers gekiemd onkruid zonder het gewas te beschadigen. Door de verschillende soepelheden en diameters van 25 tot 37 cm, zijn de vingerwieders bijzonder flexibel en veelzijdig. Toch is een nauwkeurige instelling nodig voor succesvolle mechanische onkruidbestrijding. In dit artikel helpen we je stap voor stap de vingerwieders correct in te stellen.
Stap 1: Kies de juiste vingerwieders
Om onkruid uiterst efficiënt te bestrijden, is het belangrijk het juiste type en de juiste maat vingerwieders te kiezen. Lees hierover meer in ons artikel “Hoe de juiste vingerwieder kiezen”
Stap 2: De wiedintensiteit instellen
De wiedintensiteit wordt aangepast door de afstand tussen twee parallel gemonteerde wiedelementen (A en B).
Bij de Maximodellen wordt de intensiteit bepaald door de druk op de grond (1), de afstand tussen de vingerpunten en de gewasrij (2.) en de hoek tussen de vingerster en het grondoppervlak (3.).
Wiedintensiteit: Afstand en hoek
Voor veldgewassen en groenten moeten de wiedelementen lateraal op dezelfde positie naast elkaar worden gemonteerd zodat ze permanent op dezelfde hoogte blijven. Op die manier is de druk van de linker en rechter vingerster op de gewasscheut en de wortelzone langs beide kanten altijd gelijk. De Maximodellen worden aan de buitenkant gemonteerd van een wiedframe dat aan een tractor is gekoppeld om in verschillende rijen links en rechts van de tractor te wieden. Ze kunnen ook aan één enkele kant worden gemonteerd en gebruikt.
Stap 3: De druk op de grond instellen
De druk van de wiedelementen op de grond is een essentiële factor: Alleen als de vingerwieder onder een hoek op de grond wordt geduwd, worden de vingers tegen de rijrichting in gebogen. Hierdoor wordt de grond tussen de vingerpunten en de gewasscheuten opgegooid en kan er selectiever worden gewied.
Voor de MAXI:
Opstelling: Druk op de grond -> buiging van de vingerpunten
Stap 4: De rijsnelheid aanpassen
De rijsnelheid is nog een factor die de wiedintensiteit beïnvloedt. Het is belangrijk om altijd de hoogst mogelijke werksnelheid aan te houden zodat de vingerwieders snel kunnen draaien. Terwijl tijdens de jongere groeifase van het gewas een tragere rijsnelheid (gemiddeld rond 3 km/u) moet worden aangehouden, kan de snelheid in een latere groeifase tot 30 km/u worden opgedreven.
Vragen?
Aarzel niet om contact op te nemen met een productspecialist van Kramp om meer te weten te komen over vingerwieders. Je kunt ook een Krampdealer bij jou in de buurt contacteren of ons e-mailen op het adres knowledgecenter@kramp.com.
